Op dit moment betalen Nederlanders een vast percentage belasting op het vermogen. Bij een laag vermogen is de belastingdruk lager en bij een groot vermogen hoger. Het maakt niet uit of het gehele vermogen op een spaarrekening staat of belegd wordt. Dat gaat veranderen.
De huidige situatie
Op dit moment wordt vermogen belast alsof een rendement behaald wordt van minimaal 1,9%, terwijl de meeste mensen slechts 0,1% rente ontvangen. De belastingdruk is daarom veel te hoog. Om dit te veranderen, wil de overheid in 2022 een nieuwe vermogensbelasting instellen.
De nieuwe situatie
Vanaf 2022 wil staatssecretaris Snel de rente op het spaargeld belasten. Er wordt geen gebruik gemaakt van de werkelijke rente maar van een fictief rendement van 0,09%. Spaarders worden hierdoor minder belast dan in het huidige stelsel. Maar het vermogen dat niet op een spaarrekening staat, wordt belast alsof het is belegd. Hiervoor wordt het fictieve rendement van 5,33% gebruikt, ook als uw rendement veel lager is! Ook een tweede woning wordt belast alsof het een rendement van 5,33% per jaar oplevert.
Wel kunnen de schulden op woningen weer in mindering worden gebracht. Echter wordt er voor de schulden niet uitgegaan van een negatief rendement van 5,33% maar 3,03%.
Nog twee wijzigingen
- De belasting die wij nu op ons fictieve rendement betalen is 30%, dat wordt 33%.
- Op dit moment is het heffingsvrije vermogen €30.360, in het nieuwe systeem wordt een fictief rendement van € 400 niet belast, de rest wel.
Het meest opvallende aan de wijziging, vind ik dat er voor beleggingen en panden uit wordt gegaan van een fictief rendement van 5,33%, terwijl ik vanochtend op de radio hoorde dat pensioenfondsen (professionele beleggers) rekenen op een rendement van 4% per jaar. Begrijpt u waarom de overheid blijft rekenen met fictieve rendementen die de burger niet haalt? Laat het hieronder weten!
Is dit artikel interessant voor uw netwerk? Deel het hieronder!
Tot snel!
drs. Pieter Bas Jansen RB
Auteur van De Geldmachine – het groeimodel voor ondernemers