Belastingdienst en belastingen
In dit artikel
Inhoudsopgave
Artikelen in deze categorie
Belastingdienst en belastingen
De Belastingdienst heeft veel regels opgesteld om belasting te kunnen innen. Deze regels zijn verdeeld over verschillende belastingwetten. De bekendste belastingen zijn de inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, loonbelasting en de omzetbelasting (BTW). Maar er zijn er nog veel meer. Denk bijvoorbeeld aan de hondenbelasting en de erfbelasting. Hieronder licht ik de vier bekendste belastingen van de Belastingdienst toe.
En dit is slechts het inkomen uit werk en woning. Want ook het inkomen uit aanmerkelijk belang wordt belast. Met dit inkomen wordt kort gezegd het dividend bedoeld dat men heeft uit BV’s en NV’s waarin zij minimaal 5% van de aandelen bezitten.
Het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen is het inkomen dat men fictief behaalt uit beleggingen en spaartegoeden. Voorheen was dit gemakkelijk te berekenen. Toen ging de Belastingdienst er vanuit dat men een rendement van 4% op zijn spaartegoeden en beleggingen had. Dat inkomen werd belast tegen 30%. Wellicht kent u dit beter als een belastingdruk van 1,2%. Tegenwoordig is dit geen vast percentage meer. De belastingdruk is nu afhankelijk van de hoogte van het vermogen.
Als een ondernemer een dienst levert aan een andere ondernemer, is dat geen probleem. Want de ondernemer die de BTW af moet dragen, krijgt dat bedrag van de klant. De klant kan die BTW terugvragen bij de Belastingdienst. Netto is er dus niets gebeurd. Maar levert u aan particulieren? Dan zullen zij het niet accepteren als u de prijs ineens verhoogt met 21%. Toch moet u 21% over uw omzet afdragen aan de Belastingdienst. Hierdoor is uw inkomen lager.
Veel mensen denken dat de omzetbelasting de makkelijkste belasting is. En dat klopt zolang er geen uitzonderingen voor u gelden. Maar zodra de uitzonderingen op u van toepassing zijn, is de omzetbelasting de meest ingewikkelde belasting van Nederland. Dat komt voornamelijk doordat deze is gebaseerd op de Europese belastingwet voor de BTW.
Inkomstenbelasting
Aan de hand van deze belasting kan de Belastingdienst belasting heffen over uw inkomen uit werk en woning, aanmerkelijk belang en het inkomen uit sparen en beleggen. Maar wat wordt bedoeld met deze inkomens? Onder het inkomen uit werk en woning wordt verstaan:- de belastbare winst uit onderneming
- het belastbare loon
- het belastbare resultaat uit overige werkzaamheden
- de belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen
- de belastbare inkomsten uit eigen woning (koopwoning)
- de negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen
- de negatieve persoonsgebonden aftrekposten
En dit is slechts het inkomen uit werk en woning. Want ook het inkomen uit aanmerkelijk belang wordt belast. Met dit inkomen wordt kort gezegd het dividend bedoeld dat men heeft uit BV’s en NV’s waarin zij minimaal 5% van de aandelen bezitten.
Het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen is het inkomen dat men fictief behaalt uit beleggingen en spaartegoeden. Voorheen was dit gemakkelijk te berekenen. Toen ging de Belastingdienst er vanuit dat men een rendement van 4% op zijn spaartegoeden en beleggingen had. Dat inkomen werd belast tegen 30%. Wellicht kent u dit beter als een belastingdruk van 1,2%. Tegenwoordig is dit geen vast percentage meer. De belastingdruk is nu afhankelijk van de hoogte van het vermogen.
Vennootschapsbelasting
De Belastingdienst heeft ook regels opgesteld om belasting te kunnen heffen van bedrijven. Deze bedrijven zijn de zogenaamde rechtspersonen, zoals BV’s en NV’s. Rechtspersonen zijn vennootschapsbelastingplichtig en betalen belasting over de winst. De belasting is 16% en 21% van de winst (sinds 1 januari 2018). Dat klinkt laag, maar zodra het geld uit het bedrijf wordt gehaald, is nog eens 25% belasting verschuldigd. Hierdoor int de Belastingdienst in totaal 37% respectievelijk 40,75%.Loonbelasting
Door deze belasting betaalt men belasting over het loon. Het overgrote deel van de Nederlanders betaalt loonbelasting. Loonbelasting wordt ingehouden van de werknemer of werkgever. In de meeste gevallen houdt de werkgever de belasting in. Maar wat er bedoeld met loon? Loon is alles dat men ontvangt uit een dienstbetrekking, zowel nu als op het moment dat men met pensioen is. Het gaat hierbij dus niet alleen om het loon, maar ook om andere ontvangsten die de werknemer van de werkgever ontvangt. Zelfs zaken die in natura worden ontvangen, worden belast, tenzij daar een uitzondering voor is.Omzetbelasting
Ten vierde is er de omzetbelasting, beter bekend als de BTW. Omzetbelasting is de term die in de belastingwetten wordt gebruikt. BTW wordt in de volksmond vaak gebruikt. BTW is de belasting die ondernemers moeten rekenen over hun inkomsten. Het meest voorkomende tarief is 21%. Als een ondernemer een factuur stuur van € 100, moet hij daar 21% bij optellen. De totale som van de factuur wordt dan € 121. De ondernemer moet de BTW afdragen aan de Belastingdienst.Als een ondernemer een dienst levert aan een andere ondernemer, is dat geen probleem. Want de ondernemer die de BTW af moet dragen, krijgt dat bedrag van de klant. De klant kan die BTW terugvragen bij de Belastingdienst. Netto is er dus niets gebeurd. Maar levert u aan particulieren? Dan zullen zij het niet accepteren als u de prijs ineens verhoogt met 21%. Toch moet u 21% over uw omzet afdragen aan de Belastingdienst. Hierdoor is uw inkomen lager.
Veel mensen denken dat de omzetbelasting de makkelijkste belasting is. En dat klopt zolang er geen uitzonderingen voor u gelden. Maar zodra de uitzonderingen op u van toepassing zijn, is de omzetbelasting de meest ingewikkelde belasting van Nederland. Dat komt voornamelijk doordat deze is gebaseerd op de Europese belastingwet voor de BTW.
Belastingdienst
Wilt u meer weten over de Belastingdienst en belastingen? Dan vindt u meer en diepgaande informatie in de andere artikelen.
Reactie plaatsen